Oude Egyptische Legenden by Murray Margaret Alice

Oude Egyptische Legenden by Murray Margaret Alice

Author:Murray, Margaret Alice
Format: epub
Published: 2005-03-02T05:00:00+00:00


* * *

X. De Naam van Ra

Koning Ra was de schepper van hemel en aarde, van de goden, de menschen, het vee, het vuur en den levensadem, en hij regeerde de goden en de menschen.

En Isis zag zijn macht, de macht die zich uitstrekte over hemel en aarde, voor welke alle goden en menschen bogen; en zij verlangde in haar hart naar de macht, opdat zij daardoor grooter zou zijn dan de goden en heerschappij zou hebben over de menschen.

Er was slechts één weg om die macht te verkrijgen. Door de kennis van zijn eigen naam regeerde Ra en niemand dan hij zelf kende dien geheimen naam. Wie het geheim zou te weten komen, dien zou - god of mensch - de heerschappij over de geheele wereld toebehooren en zelfs Ra moest hem dan onderdanig zijn. Angstig bewaarde Ra zijn geheim en hield het altijd opgesloten in zijn borst, opdat het niet van hem genomen zou worden en zijn macht verminderen zou.

Iederen morgen kwam Ra in al zijn glorie aan het hoofd van zijn stoet te voorschijn aan den oostelijken horizon, langs het luchtruim trekkend, en 's avonds bereikten zij den westelijken horizon en Koning Ra zonk neer om de diepe duisternis van de Duat te verlichten. Vele, vele malen had Ra die reis volbracht, zoo vele malen, dat hij nu oud werd. Zeer oud was Ra en het speeksel liep neer uit zijn mond en viel op de aarde.

Toen nam Isis aarde en vermengde die met het speeksel en zij kneedde de klei en vormde ze en maakte er de gedaante van van een slang, de gedaante van de groote gekamde slang, die het zinnebeeld is van al de godinnen, de koninklijke slang, die op het voorhoofd van de Egyptische Koningen prijkt. Geen toovermiddelen, noch bezweringen gebruikte zij, want in de slang bevond zich de goddelijke stof van Ra zelf. Zij nam de slang en verborg haar op het pad van Ra, den weg waarlangs hij reisde, als hij trok van den oostelijken naar den westelijken horizon van den hemel.

's Morgens verscheen Ra met zijn gevolg in al zijn glorie, trekkend naar den westelijken horizon, waar zij de Duat binnengaan en de diepe duisternis verlichten. En de slang stak haar puntig hoofd omhoog en haar giftanden drongen in het vleesch van Ra en het vuur van naar vergif drong door in den God, want de goddelijke stof was in de slang.

Ra schreeuwde luid en zijn kreet weergalmde langs den hemel van den oostelijken tot den westelijken horizon; over de aarde klonk hij en goden en menschen hoorden den kreet van Ra. En de goden, die deel uitmaakten van zijn gevolg, zeiden tot hem: "Wat scheelt u? Wat scheelt u?"

Maar Ra antwoordde geen woord, hij beefde over al zijn ledematen, zijn tanden klapperden en niets zeide hij, want het vergif verspreidde zich door zijn lichaam, zooals Hapi zich verspreidt over het land, wanneer de wateren buiten haar oevers treden bij de overstrooming van de rivier.

Toen hij gekalmeerd was, riep hij tot hen, die hem volgden, en sprak: "Komt tot mij, gij, die ik geschapen heb.



Download



Copyright Disclaimer:
This site does not store any files on its server. We only index and link to content provided by other sites. Please contact the content providers to delete copyright contents if any and email us, we'll remove relevant links or contents immediately.