De roos van Dekama by Jacob van Lennep

De roos van Dekama by Jacob van Lennep

Author:Jacob van Lennep [Lennep, Jacob van]
Format: epub
Tags: Fiction, Literary, Classics, Historical
Publisher: L. Hebbelynck
Published: 1842-08-14T23:00:00+00:00


Een-en-twintigste Hoofdstuk.

Soete meysken, dat verslagen

Dus beroyt loopt en ontkleet,

Ick moet v hier eenmael vragen,

Wat is de oorsaeck van v leet?

Meysken segt my toch de reden,

Wie ghy syt en hoe ghy heet.

D. Pietersz. Pers.

De vermoeienissen van den vorigen dag hadden vader Syard, toen deze eindelijk ingesluimerd was, in zulk een vasten slaap gestort, dat hij niet, gelijk hij gehoopt had, met het aanbreken van den dag, maar zelfs later dan gewoonlijk ontwaakte, en bij zijn komst buiten de deur met schrik ontwaarde, dat de zon hooger dan naar gewoonte aan den hemel stond, en dat hij het uur reeds had laten voorbijgaan, waarop hij zijn vertrek met Madzy bepaald had. Hij haastte zich dus naar het voorhuis, alwaar hij de waardin opzocht en haar verzocht, de jonge deerne, die met hem gekomen was, te laten roepen.

“Denkt gij ons weer te verlaten, huisman?” vroeg de waardin, zonder zich nog gereed te maken aan zijn verzoek te voldoen.

“Wij moeten vertrekken,” antwoordde hij, “en wij zouden reeds een paar uren onderweg zijn geweest, indien de stalknechts mij tijdig hadden gewekt, gelijk ik uitdrukkelijk verzocht had!”

“Ja! wat zal ik u zeggen, huisman!” zeide de waardin: “’t zijn luie vlegels, en zij zijn vroegtijdig naar het land geweest om de paarden op te halen; want God weet het, als de oorlog begint, zooals men vreest, dan zal er binnen weinige dagen geen ezelsvolen meer op het veld zijn, of het is goede prijs. Ik ben ondertusschen maar blij dat die paardendief van gisteravond voor dag en voor dauw weer vertrokken is: hij zag mij er net naar uit om haantje de voorste te spelen, als ’t op plunderen zou aankomen.”

“Dat kan wel zijn, moeder!” zeide de monnik; “maar wees nu zoo goed, en ga mijn nicht waarschuwen, dat zij zich gereedmake.”

“Ik ga al,” zeide de waardin: “zij zal nog wel in een zoete rust liggen; want de jongelieden zijn doorgaans lui en lekker: hei! ho! toen ik op haar jaren was, hield ik er ook van, mij in de veeren nog eens om te draaien, maar als men eens een arme weeuw is en de zorg heeft voor een herberg, waar dag en nacht volk aankomt, dan verleert men het lange slapen wel.”

Dit zeggende trok zij naar boven; maar zij was ternauwernood vertrokken, of vader Syard hoorde een angstig gegil en zag haar terstond daarna terugkomen, het gelaat geheel verward en verwilderd.

“Goede hemel! wat is er gebeurd?” vroeg de bezorgde monnik: “is u eenig leed overkomen?”

“Een priester! een priester!” schreeuwde de beangste vrouw: “de Booze zelf ligt in eigen persoon in ’t bed van uw nicht.”

“Vrouw!” riep de monnik, haar met geweld bij den arm grijpende: “wat durft gij zeggen? Wat beduidt dit?”

“Ik zeg u, dat de Booze haar den hals heeft omgedraaid en in hare plaats in bed is gaan liggen.”

“Vrouw!” herhaalde de monnik, met een wilden blik: en hij zelf holde de trap op, die naar het kamertje geleidde.

Aan de deur gekomen van het slaapvertrek hield hij echter een oogenblik stand. Een gemoedsbezwaar overviel hem.



Download



Copyright Disclaimer:
This site does not store any files on its server. We only index and link to content provided by other sites. Please contact the content providers to delete copyright contents if any and email us, we'll remove relevant links or contents immediately.