De Vreemde Plant by Robbers Herman Johan

De Vreemde Plant by Robbers Herman Johan

Author:Robbers, Herman Johan
Format: epub
Published: 2008-09-07T04:00:00+00:00


* * *

XIII.

Dien avond vond Margreet Wouter stil,—maar dat was hij wel meer in gezelschap! Hij bracht haar naar huis, pratend over onverschillige dingen. 't Was niet ver, en 't was laat geworden. Hij was blij dat hij goede reden had dat andere tot morgen uit te stellen.

Den volgenden morgen, toen hij op kantoor kwam, vroeg Wouter zijn oom, of hij 'm een oogenblik alleen kon spreken en toen ze samen waren begon hij dadelijk met nagebootste bedaardheid over dat bezoek aan zijn moeder. Hij zag het spotachtig glimlachend gezicht van zijn oom en al gauw voelde hij, dat, zijn woede hem te machtig werd. Hij voelde zijn hoofd vol bloed, zijn oogen deden hem zeer.

„'t Is 'n laag idee van u,” zei hij, zijn stem met groote inspanning smorend, „den invloed van mijn moeder te willen gebruiken om mij van mijn meisje af te brengen! 't Is lage zelfzucht, niets anders!.... Nee, laat me uitspreken,” riep hij uit, met 'n driftig gebiedend gebaar, ziende dat zijn oom hem in de rede wou vallen, „'t Heet, dat u het voornaamste werk doet en dat ik maar zorgen moet, dat uw bevelen gehoorzaamd worden. Larie! praatjes! u verzint allerlei zotte dingen, ja, en ik moet me doodwerken om groote ongelukken te voorkomen! .... maar, wacht maar! .... 't duurt niet lang meer met u, .... want ik ga weg, vandaag nog! .... 'k kan hier niet langer werken....”

„Je gaat weg?” vroeg Van Plaswijk verschrikt, bleek wordend....

„Waarachtig!” riep Wouter. „Ik zal toch wel zorgen dat 'k aan den kost kom,—zóó schitterend is mijn positie hier toch ook waarachtig niet!.... U weet heel goed, dat de zaken beroerd gaan, dank zij al uw mooie plannen! en over 'n jaar of drie .... is alles uit!.... Dan is 't geld van uw vrouw op en dan zult u weer wat anders moeten beginnen, 't twaalfde ambacht, 't dertiende ongeluk....”

„Vlegel!” riep oom Frits, opstaand, „brutale vlegel!....”

„Ba!” zei Wouter, „als 't op scheldwoorden aankwam, dan zou ik er zooveel weten, die raak waren!.... 'k Groet u!.... 'k Zal me boel natuurlijk allemaal opruimen—u kunt 't van middag van me overnemen—of laten overnemen, want zelf zoudt u er niet veel van snappen!....”

Pas toen hij weer voor zijn lessenaar stond en daar al de dingen zag waar hij zoolang mee verkeerd had, allen dag, kleine dingen waar hij aan gehecht was zonder 't te weten, en den jongste-bediende, die aandachtig een lange punt aan zijn potlood zat te slijpen, toen pas begreep hij wat hij had gedaan. Hij had er geen plan op gehad, dien morgen, maar 't was hem te machtig geworden. Wat 'n wellust was 't geweest dien man zijn verachting in 't gezicht te spuwen. O, lang niet genoeg had hij nog gezegd! lang niet genoeg, .... er was nog zooveel, zooveel! Een oogenblik wou hij weer terug, opnieuw woedend nu hij voelde wat hij ging doen, nu hij met één blik een langen weg van misère voor zich zag: 't aan zijn meisje vertellen, aan haar vader, een nieuwe betrekking, getuigschriften.



Download



Copyright Disclaimer:
This site does not store any files on its server. We only index and link to content provided by other sites. Please contact the content providers to delete copyright contents if any and email us, we'll remove relevant links or contents immediately.