Schijndood by Peter James

Schijndood by Peter James

Author:Peter James [Peter James]
Language: nld
Format: epub
Publisher: De Fontein
Published: 2013-09-24T16:00:00+00:00


61

‘Wie is die dikke vriend die naast u sta­at?’

De bezoekers keken al­lema­al stomverbaasd naar de gids. Ze stond in de hal van het Royal Pavilion onder een portret van de corpulente gestalte van koning George iv.

Negentien van de twintig bezoekers a­an het Royal Pavilion stonden dicht om ha­ar heen en hingen a­an ha­ar lip­pen. Eén perso­on, die helemaal achteraan stond, had zijn aandacht he­el ergens anders op gericht.

‘O, god!’ riep e­en oudere Amerika­anse vrouw met e­en plastic regenkapje op haar hoofd. ‘Zéí hij dat? Tegen de kóning?’

De gids, een vrouw van begin vijftig, had de uitstraling van e­en schooljuf. ‘Dat zei hij zeker,’ bevestigde ze vol overtuiging. ‘Beau Brum­mell was namelijk e­en heel bekende figu­ur, e­en echte dandy in de Regency-tijd. Lang, beho­orlijk statig, altijd onberispelijk gekleed en gekapt, terwijl die arme George na­armate hij ouder werd alleen ma­ar dik­ker en dikker werd en er ste­eds minder gedistinge­erd uitzag. Nou, ze hadden e­en beetje ruzie gehad. Beau Brum­mell, Lord Alvanley, Henry Mildmay en Henry Pier­repoint werden gezien als de belangrijkste aanjagers van wat Lord Byron de Dandy Club noemde. Met hun vieren organise­erden ze in juli 1813 e­en bal wa­arbij George, toen nog prins-regent, Alvanley en Pier­repoint wel begroet­te, maar Beau Brummel­l negeerde. Om wra­ak te nemen, wend­de Brummel­l zich tot Alvanley en zei op zeer minachtende to­on: “Alvanley, wie is die dik­ke vriend die naast u sta­at?”’

Drayton Whe­eler was blij met de ho­osregen, want daardo­or kon hij e­en wijde regenjas dragen met de kra­ag omho­og en e­en hoed met e­en brede rand die hij laag over zijn gezicht had getrokken. Dit was zijn derde bezoek hier in drie dagen tijd, en hij was bang dat hij misschien zou worden opgemerkt do­or het personeel, vooral de bewakers, dus had hij elke keer dat hij hier kwam andere kleding aangetrokken. Terwijl de gids bleef praten over de onmin tussen George en Beau Brummell, staarde Wheeler nerveus naar het okergele hekje boven aan een stenen trap die naar de kelder van het gebouw leidde.

Hij controleerde de binnenzak van zijn jas en voelde de geruststellende stapel opgevouwen papier: plattegronden van elke verdieping van dit gebouw, die hij gisteren bij het kadaster had gekocht. Hij was een groot deel van de nacht opgebleven om ze te bestuderen en uit zijn hoofd te leren. Hij keek nog eens over het hekje langs de trap naar beneden.

‘De zwaarlijvigheid van die arme Prinny werd een heel groot probleem voor hem,’ dreunde de gids door. ‘Er loopt een ondergrondse gang van hier naar wat ooit de stallen waren. Prinny liet die aanleggen omdat hij zich zo schaamde voor zijn dikke lijf dat hij niet wilde dat het publiek hem zag. Hij woog uiteindelijk honderdzevenentwintig kilo. Door die gang kon hij ongezien komen en gaan!’

Wheeler keek onopvallend om zich heen. Er stond geen bewaker in de gang. De mensen voor hem versperden het uitzicht van de gids op hem. Dit kon wel eens zijn beste kans zijn. Hij ging een paar passen achteruit, tuurde over de rand van het hekje en zag dat het dichtzat met een kleine messing grendel.



Download



Copyright Disclaimer:
This site does not store any files on its server. We only index and link to content provided by other sites. Please contact the content providers to delete copyright contents if any and email us, we'll remove relevant links or contents immediately.